Missie naar Rostov…
Na persoonlijk een jaar “droog” te hebben gestaan voor wat betreft Europese uitwedstrijden van Ajax, was het dit seizoen weer ernstig gaan kriebelen. Hoewel de titel op de laatste competitiedag was weggegeven, mocht Ajax gelukkig wel aantreden in de voorronde van de Champions League. Mijn streven is nog steeds om landen aan te doen waar ik nog nooit geweest ben, dus was de uitwedstrijd tegen P.A.O.K. Saloniki een mooi affiche om toe te voegen aan mijn reizen. Helaas ging dat vanwege diverse omstandigheden niet door, maar Ajax wist gelukkig wel een ronde verder te komen. Gezien de mogelijke tegenstanders zaten er niet zo veel tussen waar ik écht naar toe wilde, maar toen F.C. Rostov uit de koker rolde, stond mijn besluit direct al vast: ik zou naar Rusland gaan!
Foto 1: Daar gaan we dan!
Maar toen begon pas echt de queeste. Eerst moest worden vastgesteld of Ajax eerst thuis of uit zou voetballen, dan nog de datum (dinsdag of woensdag?), vervolgens of er kaarten zouden zijn en tenslotte het makkelijkst van alles: de reis en het hotel boeken. Een rechtstreekse vlucht zou niet mogelijk zijn vanwege het feit dat de Oekraïne ertussen lag, maar via Moskou gingen diverse vluchten. Toen uiteindelijk alles duidelijk was qua speeldata en kaartverkoop, kon ik écht aan de slag. Helaas waren de goedkoopste en/of korstdurende reizen al weg, maar uiteindelijk vond ik nog een redelijk geprijsde via Zaventem (Brussel). Dinsdagavond 23.40 uur vliegen naar Moskou, vijf uurtjes wachten en dan door naar Rostov, alwaar de plaatselijke aankomsttijd 11.00 uur in de morgen zou zijn. Het kaartje via Ajax gekocht en een hotel geboekt wat precies tussen het vliegveld en het stadion van Rostov lag. Kaassie!
Foto 2: Woensdagmorgen 11 uur in Rostov aan de Don.
Echter, er waren nog wat andere obstakels die ik in mijn enthousiasme niet helemaal had meegerekend. Gelukkig heb ik via mijn dochter een Russische kennis, die me op het hart drukte om niet te vergeten een visum te regelen via de Russiche ambassade. Tenslotte behoort Rusland niet tot de Europese Unie. Tevens vertelde ze me dat er nog een aantal andere regeltjes golden waar ik aan moest voldoen: pasfoto’s voor de visumaanvraag, een “uitnodiging” van het hotel waar ik logeerde en een brief van de ziektekostenverzekeraar waarin zij aangaven dat ik wel degelijk verzekerd zou zijn ten tijde van mijn verblijf in Rusland (Marina, bedankt!). Dus gelijk op maandag gebeld naar het consulaat, waar bleek dat de volgende dag de laatste dag was dat ik (op tijd) mijn visum kon aanvragen. Want de dinsdag van de week erop, moest ik al vliegen! Klein detail: ik moest bij het aanvragen persoonlijk in Den Haag langskomen, inclusief alle bescheiden meenemen die ik nodig had. Gelukkig kon ik op mijn werk een ochtendje vrijkrijgen en had ik al een aantal dingen aangevraagd / gemaakt (pasfoto’s). Uiteindelijk ’s avonds laat ook de uitnodiging van het hotel binnengekregen en uitgeprint, dus ik was er klaar voor om het visum aan te gaan vragen!
Foto 3: Heerlijk weer, alleen te warm voor een lange broek.
De volgende dag dus vol goede moed richting de Hofstad, waarbij mijn auto echter wat kuren begon te vertonen die niet alleen mij maar ook de meter in het rood liet lopen. Gelukkig lukte het om zonder kleerscheuren de ambassade te bereiken en kon ik de auto wat laten afkoelen op een parkeerplaats. Bij de ambassade werd ik, terwijl ik wilde aanbellen, binnengelaten door een “stem op afstand”. Twee norse vragen verder stond ik binnen, maar daar bleek dat ik het verkeerde gebouw had. Daar waar ik stond was uitsluitend voor Russische burgers, andere mensen moesten aan de overkant van de straat zijn. Zo gezegd, zo gedaan en de straat overgestoken naar een redelijk nieuw kantoorpand. Op de vijfde verdieping, zo gaf het binnen staande overzichtsbord aan, moest ik me aanmelden. Eenmaal boven met de lift, kwam ik in een wachtruimte met een zestal loketten, waar één hele mevrouw de bezoekers ontving. Gelukkig was het niet druk en kon ik na twee mensen voor mij al aanschuiven. Uiteraard had ik thuis het verkeerde formulier ingevuld, gelukkig was de mevrouw zo vriendelijk om het goede voor mij in te vullen. Vervolgens naar een loket aan de andere kant van de ruimte, waar nóg een mevrouw bleek te zitten. Daar kon ik betalen en mijn bescheiden inclusief paspoort achterlaten, zodat zij het in orde gingen maken. Ik zou het een week later kunnen komen ophalen, ’s middags tussen 14.00 en 17.00 uur. Opgelucht dat het allemaal goed was gekomen, tot zover, terug naar de auto. Die bleek een beetje te zijn afgekoeld, maar nog niet helemaal. Maar ik moest naar mijn werk, dus toch maar op pad gegaan.
Foto 4: Onderweg naar het hotel, met een bijzondere infrastructuur.
Terwijl ik Den Haag uit aan het manouvreren was, liep de temperatuurmeter weer in een snel tempo op. Ik hoopte op de snelweg wat meer koeling te krijgen bij een constante snelheid, maar helaas, het mocht niet zo zijn. Ik was de Hofstad nog maar net uit, toen de snelheid langzaamaan steeds minder werd. Ik parkeerde op de vluchtstrook, heb water en olie aangevuld en (op advies van mijn autodokter) een uur gewacht tot de temperatuur was gedaald. Echter, na dit uur wilde de motor helemaal niet meer starten, zodat uiteindelijk via 112 een takelateur mij van de snelweg heeft gehaald. Prijstechnisch was het niet te doen dat deze mijn auto helemaal naar huis zou brengen, zodoende via wederom mijn autodokter geregeld dat mijn auto bij het parkeerterrein van de KFC zou worden opgehaald (Peter en Jean Paul, bedankt!).
Maar toen was ik nog in Rijswijk en ik moest naar mijn werk in Breda. De wondere wereld van het openbaar vervoer ging voor mij open: het was waarschijnlijk zo’n 20 jaar geleden dat ik voor het laatst in de trein had gezeten. Via de tram en trein uiteindelijk toch op mijn werk beland, waar mijn auto het mikpunt van enkele welgemeende opmerkingen werd…
Foto 5: Ook onderweg, hier werd er aan de weg gewerkt.
Een week later (met de auto van mijn partner) kon ik mijn paspoort met visum op gaan halen in Den Haag. Inmiddels was mijn vakantie begonnen, dus lekker relaxed en alle tijd van de wereld. Het ging van een leien dakje en binnen een half uur was ik weer buiten, alles gecontroleerd en wel. Terug naar huis, koffer inpakken, online inchecken en vol goede moed naar Zaventem. Daar afscheid genomen van moeders en de huilende kleine en vervolgens een zwaarbeveiligd vliegveld geënterd. Twee controles met metaaldetectoren verder stond ik uiteindelijk veel te vroeg te wachten op het vliegtuig van de Russische maatschappij Aeroflot wat mij voor het eerst van mijn leven in Rusland zou gaan brengen. Inchecken, stewardess begroeten (fonetisch: “sdrazd voedzj”) en plaats opzoeken. Het ging gebeuren!
Foto 6: Twee keer voorbij gelopen, maar dit is dan hotel Valencia.
Over de heenvluchten van Brussel naar Moskou en van Moskou naar Rostov, kan ik kort zijn: geen oponthoud, prima bediening die ook het Engels machtig waren en kundige piloten. Waar wel enig verwondering aan te pas kwam, was de bewegwijzering op het Moskouse vliegveld. Uiteraard in het Cyrillische schrift, maar gelukkig ook in het Engels. Minpuntje was dat de borden niet zo heel duidelijk waren, zodat ik wat onnodige meters heb gemaakt. Maar met een tussenpauze van vijf uur had ik de tijd om het goed uit te zoeken. Gelijk ook maar wat roebels gepind, want in Nederland bestellen via mijn bank, was onmogelijk. Op de ambassade had ik gevraagd wat het slimste was om te doen, waarna de vriendelijke mevrouw had uitgelegd dat ook zij, wanneer ze in Rusland was, gewoon pinde van haar Nederlandse bankrekening. Wel gaf ze aan om het ergens binnen te doen, bij een automaat van een bekende bank. In ieder geval niet midden op straat bij louche handelaren. Derhalve dus maar op het vliegveld mijn eerste bankbiljetten in de knip gedaan, dan was ik voorlopig gesteld in geval mijn Europeese euro’s de truc niet konden doen.
Foto 7: het stadion van Rostov, de voorzijde.
Toen ik, keurig op tijd, het vluchthavengebouw van het vliegveld(je) van Rostov uitwandelde, bleek dat ik de verkeerde keuze had gemaakt om mijn lange broek aan te doen: het was er behoorlijk warm. Maar omdat het mooi weer was en ik alvast wat van de stad wilde zien, besloot ik om naar mijn hotel te wandelen. Het zou zo’n half uurtje duren (gezien de afstand), maar de infrastructuur van Rusland, en dan in dit geval met name in Rostov, is nog enigszins in opbouw. Of in verval, het is maar hoe je er naar kijkt. Er werd, op het niet overdreven lange stuk weg naar mijn hotel, namelijk op maar liefst drie plekken aan de weg gewerkt. Verder een door bomen overwoekerd trottoir, oversteken via een oude loopbrug en grote barsten in een plotsklaps eindigende stoep. Kortom: een beleving voor de zintuigen! Want het overige verkeer, voornamelijk dure auto’s en hele oude vrachtauto’s en autobussen, deed waar het voor gemaakt was: doorrijden en de claxon gebruiken. Toen ik uiteindelijk, nat van het zweet, bij een grote rotonde aankwam, wist ik het zeker: ik was mijn hotel voorbij gelopen. Dus maar weer terug, maar wederom zonder mijn tijdelijke onderkomen te herkennen in de, voor mij, onleesbare teksten. Nogmaals terug naar de rotonde, waar ik vruchteloos een aantal mensen van mijn leeftijd aansprak: Engels (en eventueel Duits) was niet echt een vak wat vroeger op hun school was gegeven. Toen maar een viertal jongedames aangesproken, waarvan er twee Engels spraken. Zij hielpen mij mijn hotel uiteindelijk te vinden, waar ik al drie keer voorbij bleek te zijn gelopen. En ja hoor, in het klein stond op de deur in het Engels dat ik hotel Valencia had gevonden…
Foto 8: Fight for victory, helaas niet door Ajax begrepen.
Gelukkig sprak de receptioniste wel Engels en het inchecken kon beginnen: mijn hele paspoort (ook de onbeschreven bladzijdes) moest worden ingescand. Daarnaast nog even betalen, waarna ik uiteindelijk op mijn kamer kon gaan uitrusten van de reis. Een mooie kamer, al stamde de inrichting uit het Victoriaanse tijdperk. Een verkwikkende douche en een uurtje rusten verder mezelf klaargemaakt voor de voorverkenning van het hoofddoel van de trip: de wedstrijd van Ajax. Na een korte wandeling, nu in korte broek, naar het stadion maakte duidelijk dat het wel aan vervanging toe was: een oude, betonnen bak die een likje verf had gekregen maar ernstig aan revisie toewas. Na alvast wat foto’s te hebben gemaakt en een souvenir van de wedstrijd te hebben gekocht, verder de omgeving bekeken en weer rustig terug naar mijn hotel voor mijn avondmaaltijd. Het meisje wat bediende bleek geen Engels te spreken, maar gelukkig was het niet al te druk en kon de receptioniste als tolk optreden. Een prima maaltijd verder, voor een meer dan acceptabele prijs, mezelf omkleden voor de wedstrijd en weer richting het stadion. Het was inmiddels al behoorlijk druk, ondanks dat het nog ruim twee uur voor aanvang was. Ik had, in mijn Ajax-shirt, behoorlijk bekijks en veel mensen wilden met mij (!!) op de foto. Ook nu weer niet heel veel mensen die Engels spraken, maar dat mocht de pret niet drukken. Omdat ik mijn kaartje nog moest krijgen, maar een belangrijke man met een hele grote politiepet aangesproken. Maar helaas: ook die sprak geen Engels. Nu werd ik getolkt door twee jongens die voor een plaatselijk radiostation bleken te werken. Nadat ik uitgelegd had gekregen waar ik moest zijn, wilden zij nog even een interviewtje van mij afnemen. Uiteraard de geëikte vragen: wie dacht ik dat er ging winnen, wat ik vond van het feit dat Cillissen naar Barcelona ging en hoe ik over Rostov dacht. Toen nog even op de foto met de mannen, waarna ik het stadion rond moest om de contactman van Ajax te vinden die mijn kaartje had.
Foto 9: Hier valt de 1-0 middels een kopbal.
Terwijl ik op de weg daarnaartoe weer een aantal maal als fotomodel mocht acteren, viel me op dat er een enorme leger- en politiemacht op de been was gebracht. Die werden door een meneer in een legeruniform uitvoerig geïnstrueerd, al denk ik dat de achterste rijen niet veel van de man hebben meegekregen: die stonden eenvoudigweg te ver weg. Later bleek dat een deel van de ordetroepen, op twee meter van elkaar staand, de hele wedstrijd de omgeving in de gaten hebben gehouden. Om geen stampij te maken heb ik maar geen foto’s gemaakt, maar opvallend was het zeker. Zelfs het aangrenzende park, met een hoog hek eromheen, werd in de gaten gehouden. Bijzonder.
Toen ik de ingang van het Ajaxvak naderde, stuitte ik op een controlepost. Naast een lieftallige jongedame stonden ook hier een tiental politieagenten, maar helaas sprak ook hier weer niemand Engels. Gelukkig kwam de contactman juist aangelopen met de lijst met namen die een kaartje hadden gekocht. Ik bleek één van de 23 uitsupporters te zijn, dus lang zoeken was niet nodig. Even bijgepraat over onder andere de opstelling, en ik kon naar binnen. Het uitvak, als je het zo mocht noemen, was slechts op één kant afgescheiden van de rest van het publiek, sterker nog: ook een deel van de thuisbezoekers moest door dezelfde ingang naar zijn of haar zitplek. Alleen een tiental suppoosten moesten voorkomen dat het publiek door elkaar zou gaan zitten.
Foto 10: Klaassen maakt de eretreffer uit een strafschop.
Uiteindelijk bleek dat er slechts 21 Ajaxsupporters waren komen invliegen. Het gerucht ging dat de laatste twee niet op tijd hun visum hadden rondgekregen. Een meevallertje vooraf was nog dat de Ajaxselectie had besloten het geld voor het kaartje van de supporters te betalen, een mooie geste richting de die-hards die voor veel geld hun wilden steunen in het verre Rusland!
De wedstrijd zelf was een bittere teleurstelling. Daar waar na de thuiswedstrijd nog volop kansen werden toebedicht aan Ajax, was daar in het warme Rostov niks van terug te zien. De thuisclub heerste en speelde met de Amsterdammers en behoudens de eretreffer van Klaassen middels een strafschop hebben we weinig tot geen kansen gekregen. Het zingen was er al snel af, al hadden we toch al niet het idee dat de jongens op het veld dat meekregen… Na afloop teleurgesteld de spelers bedanken, waarvan een klein aantal hun shirt weggaven. Niet iedereen was daar even dankbaar voor, maar daar overheerste de teleurstelling, zal ik maar denken. Helaas geen shirt voor mij, maar een natte, warme hand van Gudelj en een welgemeend treurig knikje naar elkaar.
Daarna gedesïllusioneerd terug naar het hotel, waar een warme douche een deel van de teleurstelling wegspoelde. Ook bleek ik twee SMS’jes van clubgenoten te hebben gekregen (leuk en bedankt, René en Niels), en een mailtje van dochterlief, die me maar liefst vier keer had gezien op televisie! Toch nog een vrolijke noot na zo’n domper van een wedstrijd.
Foto 11: Pijnlijke cijfers…
De volgende dag lekker uitgeslapen en ontbeten in het hotel. Uitchecken om 12 uur, gelukkig kon ik mijn koffer nog bij de receptie achterlaten. Want mijn terugvlucht naar Moskou zou pas om 20.30 uur gaan plaatsvinden, zodoende kon ik nog even de stad gaan bekijken en cadeautjes kopen voor het thuisfront. Eerst maar eens op zoek naar een taxichauffeur die mij zou verstaan, maar ook nu was dat geen sinecure. Terwijl ik nummer vier aan had gesproken en wederom werd teleurgesteld, kwam een mevrouw van middelbare leeftijd aangelopen. In eerste instantie dacht ik dat zij mijn taxi wilde nemen en ging al opzij, tot zij mij in het Engels aansprak en aanbood te helpen. Het bleek dat zij uit Moskou kwam en bij haar zus in Rostov op bezoek was. Ze had toch wat tijd over en wilde mij wel helpen om in het centrum van de stad te komen. Ook had ze, na mijn verhaal te hebben aangehoord, wel een ideetje wat ik mee kon nemen. Zodoende de chauffeur 200 roebel gegeven en we waren op weg! Na een ritje van zo’n tien minuten kwamen we in een soort van centrum aan, met heel veel winkels. Zij troonde me mee naar een winkeltje wat ik never nooit zou hebben gevonden, waar porseleinen voorwerpen werden gekocht. Hier een aantal souvenirs gekocht, waarna de vriendelijke mevrouw het tijd vond om te vertrekken. Haar uitvoerig bedankt en daarna een aantal uren al winkelend doorgebracht. Opvallend was dat het overal heel erg schoon op straat was, zelfs in de groenstroken met bankjes waren er geen plastic flesje of verfrommelde papieren te zien. Ook opvallend was de onderdoorgang voor de voetgangers en fietsers onder de straten, waar in sommigen een complete winkelgalerij was gebouwd! Ieniemienie kleine winkeltjes in een lange rij, die overvol stonden. Prachtig om te zien en eigenlijk iets voor moeders de vrouw.
Foto 12: De spelers bedanken de “Rostov-21”.
De terugreis naar het hotel, waar ik een visitekaartje van had meegenomen, was ook een memorabele. Wederom geen chauffeur te vinden die Engels sprak, maar uiteindelijk wel eentje gevonden die wist waar mijn hotel zich bevond. De ritprijs was wel dubbel zo duur, maar het kon natuurlijk ook zijn dat de gammele bak waar ik in eerste instantie mee naar het centrum was gekomen, gewoon wat goedkoper in onderhoud was. Op de terugweg hebben de chauffeur en ik verhalen uitgewisseld: hij in het Russisch en ik in het Nederlands. Allebei heerlijk gelachen om of met elkaar en beiden geen idee hebbende wat de ander te vertellen had. Tenminste, ik ga er nog altijd vanuit dat hij geen Nederlands verstond. Terug in het hotel nog een laatste avondmaaltijd genuttigd, terwijl een vriend van het hotel (denk ik) mij tot zijn eeuwige vriend maakte. Kon er ook mee te maken hebben dat hij zo dronken als een tor was, maar ondanks zijn indrukwekkende postuur kwam er geen wanklank over zijn lippen. Een aantal “nastrovja’s” van mijn kant zullen daar wel aan mee hebben geholpen. Wederom dankzij een tolkende receptioniste wist hij mijn achtergrond en bood me nog aan me naar het vliegveld te rijden. Gezien zijn liederlijke staat leek me dat geen perfect plan en gezegd dat ik fit wilde blijven door lekker te gaan lopen. Mijn koffer opgehaald bij de receptie en na afscheid te hebben genomen van mijn nieuwbakken en dronken vriend, de wandeltrip naar het vliegveld ondernomen, waar de één-na-laatste vlucht van mijn voetbalreis zou gaan plaatsvinden.
Foto 13: Oude glorie, ook in Rostov.
De douane was een formaliteit, eigenlijk wilden ze alleen zien dat ik mijn camera kon aanzetten. Wederom precies op tijd vertrok de vlucht richting Moskou, waar ik ruim twee uur later weer veilig voet op de bodem zette. Omdat de aansluitende vlucht naar Brussel pas om 08.30 uur zou vertrekken, had ik me voorgenomen om op het vliegveld naar een hotel te zoeken. Helaas bleek de shuttle naar het hotel wat ik in gedachten had al vertrokken, zodat er niks anders opzat om maar op het vliegveld zelf wat te zoeken. In eerste instantie bij een behoorlijk duur (zeker voor Russische begrippen) hotel aangeklopt, maar de receptionist van dienst begreep dat ik met een bed voor een paar uur al meer dan tevreden was. Hij verwees me naar de vijfde verdieping, waar een soort van budgetmotel was gevestigd, waar je kamers kon huren per uur met een minimum van vier uur. Gelukkig waren er nog kamers en bleek de kamer zelf; ongeveer 1,80 bij 2 meter met een bed, een klein kastje en een tv, ook de beschikking te hebben over een douche en toilet. Dat zat in een kamertje ernaast met de helft van de ruimte van het slaapgedeelte. Maar het voldeed: meer had ik niet nodig om te verfrissen en te slapen.
Foto 14: Historie bij het vliegveld.
Enige uren verder werd ik gewekt door een prettige vrouwenstem, de wake-upcall die ik had aangevraagd. Nog even snel douchen en op weg door een immens vluchthavengebouw naar de juiste gate. De bewegwijzering was niet overal even duidelijk, maar uiteindelijk toch op de plaats van bestemming gekomen. De douane was ook hier weer niet te vergelijken met Brussel, en na ook die te zijn doorgekomen op zoek naar een plek om te ontbijten. Daarna nog even wachten op de juiste vlucht en toen weer terug naar Belgiëland, waar de familie mij stond op te wachten en de allerlaatste reis richting huis kon aanvangen.
Foto 15: En weer op de weg terug.
Daz vidaanja en tot de volgende uitwedstrijd!
d’n Vjírtienuh.